Gerelateerde onderwerpen
Inleiding
Bacteriële overgroei in de dunne darm kan ontstaan tgv i) veranderingen in de anatomie, ii) veranderingen van de GI-intestinale motiliteit en iii) veranderingen in de maagzuursecretie. Deze toestand kan leiden tot vitaminedeficiëntie, vetmalabsorptie en ondervoeding. De diagnose wordt gesteld door een ademtest en/of een inestinale kweek. Behandeling geschiedt middels orale antibiotica. Onder normale omstandigheden bevat de proximale dunne darm minder dan 10*5 bacteriën/ml, vooral gram positieve aërobe bacteriën. Deze laag bacteriën wordt onderhouden door de normale darmperistaltiek, normale maagzuursecretie, slijm, secretieroute IgA en een intacte Klep van Bauhin.
Oorzaken
Bacteriële overgroei wordt ontstaat in situaties waarbij stase van intestinale inhoud wordt bevorderd. Deze toestanden zijn onder meer aanwezig bij diverticulose, aanleggen van chirurgisch blinde lissen, postgastrectomische situaties (mn. in de afferente lis bij een Billroth II procedure), stricturen of gedeeltelijke obstructie. Aandoeningen van de intestinale motiliteit die in verband staan met diabetische neuropathie, systemische sclerose, amyloïdose en idiopathische intestinale pseudo-obstructie, kunnen ook schadelijk zijn voor bacteriële klaring. Achloorhydrie en idiopathische veranderingen van de intestinale motiliteit kunnen bacteriële overgroei veroorzaken bij mn. ouderen.
Pathologie
De overtollige bacteriën verbruiken voedingsstoffen, zoals vitamine B12 en koolhydraten, hetgeen leidt tot vitamine B12 tekort. Maar omdat de bacteriën tevens folinezuur produceren is dit tekort zeldzaam. De bacteriën deconjugeren galzouten, waardoor geen micellaire verbindingen worden evormd, hetgeen op zijn beurt vetmalabsorptie in de hand werkt. Ernstige bacteriële overgroei kan ook schade aan het darmslijmvlies veroorzaken. Vetmalabsorptie en mucosale schade kunnen diarree veroorzaken.
Symptomen
Veel patiënten zijn asymptomatisch en hebben alleen gewichtsverlies of tekortkoming van enkele voedingstoffen. Sommige hebben diarree of steatorroe.
Diagnose
Sommige artsen pleiten voor empirische antibiotische therapie. Maar omdat bacteriële overgroei andere malabsorptieve aandoeningen kan nabootsen (bijvoorbeeld de ziekte van Crohn) en negatieve effecten van de antibiotica de symptomen kunnen verergeren, pleiten anderen juist voor doelgericht antibiotische behandeling. Met een kwantitatieve intestinale kweek, krijgt men een indruk van de hoeveelheid aanwezige bacteriën (eenheid 10*5/ml). Deze methode vereist echter een invasieve endoscopie. Ademtesten met behulp van substraten zoals glucose, lactulose en xylose, zijn niet invasief en eenvoudig om te doen. De 14C-xylose ademtest is de meest sensitieve ademtest. Een dunnedarm passage foto brengt eventuele anatomische afwijkingen aan het ligt.
Behandeling
Orale antibiotica durante 10 dagen. Empirische doseringen omvatten Augmentin® (amoxicilline-clavulaanzuur) 500/125 mg 3 x dgs, trimethoprim-sulfamethoxazole 160/800 mg tweemaal daags en Flagyl® (metronidazol) 500 mg 3 x dgs. Antibiotica dienen te worden aangepast op basis van resultaten van de kweek en het antibiogram. De oorzaken en voedingstekorten (zoals vitamine B12) moeten worden gecorrigeerd.
Bron
- T. Yamada, D.H. Alpers,L. Laine, C. Owyang & D.W. Powell. Textbook of Gastroenterology 4th Ed. 2003. Lippincott Williams & Wilkins.
- A. Fauci, E. Braunwald, D. Kasper, S. Hauser, D. Longo, J.L. Jameson & J. Loscalzo. Harrison's Principle of Internal Medicine 17th Ed. 2008. McGraw-Hill.
- A. Avunduk. Manual of Gastroenterology: Diagnosis and Therapy 4th Ed. 2008. Lippincott Williams & Wilkins.
- E. Kuntz & H.D. Kuntz. Hepatology, Principles and Practice 2nd Ed. 2006. Springer Science & Business Media.