Bewegingsstoornissen (algemeen)
Gerelateerde onderwerpen
Inleiding
Vrijwillige beweging vereist interactie van de corticospinale (pyramidale) banen, basale ganglia, en het cerebellum (het centrum voor motorische coordinatie). De pyramidale banen gaan door de medullaire pyramiden om de cerebrale cortex te verbinden met de lagere motorische centra van de hersenstam en het ruggemerg. De basale ganglia (nucleus caudatus, putamen, globus pallidus, en substantia nigra) vormen het extrapyramidale systeem. Ze bevinden zich diep in het forebrain en richten hun output vooral rostraal door de thalamus naar de cerebrale cortex. De meeste neurale lesies die bewegingsstoornissen veroorzaken treden op in het extrapyramidale systeem; daarom worden bewegingsstoornissen ook wel extrapyramidale stoornissen genoemd.
Classificatie
Bewegingsstoornissen (dyskinesieën) worden geclassificeerd als stoornissen met afgenomen of langzame doelgerichte bewegingen (hypokinesie) of stoornissen met excessief vrijwillige of abnormale onvrijwillige bewegingen (hyperkinesie). Hoewel stoornissen aan het cerebellum de mate, het bereik, en de kracht van beweging nadelig beïnvloeden, worden ze over het algemeen niet beschouwd als bewegingsstoornissen, met uitzondering van tremoren.
- Hypokinesie
De meeste hypokinetische stoornissen zijn parkinsoniaanse aandoeningen, die gekarakteriseerd worden door langzame en afgenomen beweging, musculaire rigiditeit, tremor in rust, en posturale instabiliteit. - Hyperkinesie
Er zijn veel hyperkinetische stoornissen (Tabel 1). Ze worden in eerste instantie gekarakteriseerd als ritmisch of non-ritmisch. - Ritmische stoornissen zijn vooral tremoren- regelmatig veranderende of oscillerende bewegingen, die vooral voorkomen tijdens rust (als rusttremor) of tijdens poging tot bewegen (intentietremor).
- Non-ritmische stoornissen worden gekenmerkt als langzaam (bijv. athetose), aanhoudend (bijv. dystonie), of snel. Snelle stoornissen worden gekarakteriseerd als onderdrukbaar (bijv. tics) of niet-onderdrukbaar (bijv. hemiballisme, chorea, myoclonus). Athetose en chorea komen vaak samen voor als choreo-athetose. Chorea komt voor bij de ziekte van Huntington. Tic-stoornissen omvatten het syndroom van Tourette.
Tabel 1 Hyperkinetic Disorders |
||
Abnormal Movement | Causes | Description |
Athetosis | Huntington's disease, encephalitis, hepatic encephalopathy Drugs (eg, cocaine, amphetamines, antipsychotics) |
Movements are nonrhythmic, slow, writhing, sinuous, primarily in distal muscles; alternating postures of the proximal limbs often blend continuously to produce a flowing stream of movement. Athetosis often occurs with chorea as choreoathetosis. |
Chorea | Huntington's disease, thyrotoxicosis, SLE affecting the CNS, rheumatic fever, tumors or infarcts of the caudate nucleus Pregnancy, often in women who had rheumatic fever Age > 60 (as senile chorea) Drugs (eg, antipsychotics) |
Movements are nonrhythmic, jerky, rapid, and nonsuppressible, primarily in distal muscles or the face. Sometimes abnormal movements merge imperceptibly into purposeful or semipurposeful acts that mask the involuntary movements. Chorea often occurs with athetosis. |
Dystonias | Primary (idiopathic) Degenerative or metabolic CNS disorders (eg, Wilson's disease, Hallervorden-Spatz disease, various lipidoses, multiple sclerosis, cerebral palsy, stroke) Drugs, most often antipsychotics (eg, phenothiazines, thioxanthenes, butyrophenones) or antiemetics |
Nonrhythmic sustained muscle contractions occur, often distorting body posture. |
Hemiballismus | Usually, damage to the subthalamic nucleus or nuclei due to hemorrhagic or ischemic strokes, metastatic tumors, cysts, infectious disorders, or inadvertent tissue damage during neurosurgery | Movements are nonrhythmic, rapid, nonsuppressible, violent, and flinging; they occur unilaterally, primarily in the proximal arm. |
Myoclonus | Zie: Myoclonus | Nonrhythmic, rapid, nonsuppressible, shocklike twitches occur, sometimes in multiple muscles simultaneously. |
Tics | Tourette's syndrome, Huntington's disease, primary dystonia, neuroacanthocytosis, Hallervorden-Spatz disease, infections, stroke, obsessive-compulsive disorder Drugs (eg, methylphenidate, cocaine, amphetamines) Toxins |
Movements are idiosyncratic, nonrhythmic, rapid, suppressible, and repetitive; they occur almost unconsciously. Tics can be suppressed only for brief periods and with conscious effort. Tics may be simple or complex. Simple tics (eg, eye blinking) often begin as nervous mannerisms in childhood or later, then disappear spontaneously. Tics tend to be more complex than myoclonus and less flowing than chorea. |
Tremor | Essential tremor Parkinson's disease, disorders and drugs that cause parkinsonism |
Movements are regular and alternating or oscillatory. |
Bron
- M. Donaghy. Brain's Diseases of the Nervous System. 12th edition. Oxford University Press (USA).
- J. Biller. Practical Neurology. 3rd edition 2008. Lippincott Williams & Wilkins.
- C. Clarke, R. Howard, M. Rossor, S.D. Shorvon. Neurology: A Queen Square Handbook. 1st edition 2009. Wiley-Blackwell.