Home > Ziektebeelden > Oogheelkunde > Nervus opticus >

Ischemie nervus opticus

Gerelateerde onderwerpen

Anatomie:
Patiënten:

Inleiding

Ischemische optische neuropathie is een infarct van de blinde vlek. Het enige symptoom is pijnloze zichtverlies. De diagnose is klinisch. Behandeling is niet effectief.
Er bestaan twee varianten van een nervus opticus infarct, non-arteriële en arteriële infacrct. De non-arteriële variant verschijnt meer frequent, meestal bij mensen tussen de 50 en 70 jaar; 't zichtverlies is meestal niet zo ernstig als bij de arteriële variant. De arteriële variant treft meestal patiënten van ouder dan 70 jaar. De ischemische optische neuropathie is meestal unilateraal. Bij 20% van de unilaterale gevallen, zal het contralateraal oog vroeg of laat ook betroken worden. Gelijktijdige bilaterale betrokkenheid is zeer zeldaam. Atherosclerotische vernauwing van de posterieure ciliare arteriën kunnen predisponeren voor een non-arteriële nervus opticus infarct, vooral na een hypotensieve periode. Elke ontstekkingsarteriitis, vooral arteriitis temporalis kan de arteriële vorm versnellen. Diagnose van de arteriële vorm is belangrijk, niet omdat er iets aan het aangedane oog gedaan kan worden, maar om te beginnen met preventieve therapie om het andere oog te beschermen. Acute ischemie veroorzaakt zenuwoedeem, hetgeen de ischemie verergert. Een kleine cup-disk ratio is een risico voor non-arteriële ischemische optische neuropathie, maar de cup-disk ratio is niet van invloed op het risico van de arteriële variant. Diabetes en hypertensie behoren tot risicofactoren bij de non-arteriële variant. Zichtverlies bij opstaan leidt bij onderzoekers tot een vermoeden van nachtelijke hypotensie als mogelijke oorzaak van de non-arteriële variant.

 

Symptomen & diagnose

Zichtverlies is bij beide varianten pijnloos en ontstaat acuut. Sommige patiënten merken het verlies bij ontwaken. Symptomen zoals algemene malaise, spierpijn en temporale hoofdpijn kunnen aanwezig zijn bij arteriitis temporalis. De gezichtsscherpte is verminderd en er is een afferent pupildefect. De blinde vlek is gezwollen met rondom bloedingen. Gezichtsveldonderzoek laat vaak een defect in de inferieure en centrale velden zien. C-reactief eiwit (CRP) is soms verhoogd. Als temporale arteriitis verdacht is, dient een temporale arterie biopsie worden uitgevoerd. Voor geïsoleerde gevallen van progressief zichtverlies moet een CT of MRI worden gedaan om een compressie laesie uit te sluiten. Het meest belangrijke aspect van de evaluatie is het uitsluiten van de arteriële variant, omdat het andere oog ook risico loopt als er geen snelle behandeling wordt gestart.

 

Behandeling

Er is geen effectieve behandeling en het verloren gezichtsverlies zal niet terugkomen. Echter, in de non-arteriële variant, herstelt 30% van de patiënten, waardoor gedeeltelijk bruikbaar zicht terugkomt. De arteriële variant wordt behandeld met orale corticosteroïden (prednison 80 mg po eens per dag) om het andere oog te beschermen. Behandeling van de non-arteriële variant met corticosteroïden is niet nuttig.


Bron

  1. L.D. Bores. Refractive Eye Surgery 2nd Edition 2000. Wiley-Blackwell.
  2. D.Y. Kunimoto, K.D. Kanitkar, M.Makar, M,A. Friedberg. The Wills Eye Manual: Office and Emergency Room Diagnosis and Treatment of Eye Disease 4th Edition 2000.Lippincott Williams & Wilkins.
  3. D.J. Spalton, R.A. Hitchings, P. Hunter. Atlas of Clinical Ophthalmology 3rd Edtion 2004. Mosby.
Laatste update: 16-09-2011