Home > Ziektebeelden > Oogheelkunde > Retina >

Diabetische retinopathie

Inleiding

Diabetische retinopathie bestaat uit retinale micro-aneurysmata, angiogenses (neovascularisatie), bloedingen, exudaten en macula-oedeem hetgeen verschijnt bij een chronische diabetes mellitus. De visus is tot laat in de ziekte nauwelijks verminderd. Diagnose geschiedt middels fundoscopie. Verdere details worden toegelicht door fluoresceïne-angiografie. Behandeling bestaat uit het onder controle houden/krijgen van de diabetes en lasercoagulatie van retinale laesies.

 

Pathogenese

Diabetische retinopathie is een belangrijke oorzaak van blindheid en is vaak ernstig in type 1 diabetes mellitus. De ernst van de retinopathie is sterk gecorreleerd aan zowel de duur van de diabetes als de slecht gecontroleerde glucosespiegel. Non-proliferatieve retinopathie ontwikkelt zicht eerst. Proliferatieve retinopathie is ernstiger en kan leiden tot glasvochtbloedingen en retinaloslating.

  • Non-proliferatieve retinopathie (simpele of achtergrondretinopathie) produceert verhoogde capillaire permeabiliteit, micro-aneurysma, bloedingen, exudaten en macula-oedeem. Macula-oedeem (verdikking van de retina door de vochtlekkage uit de capillaire) veroorzaakt, wanneer er niet wordt behandeld, zicht verlies.
  • Proliferatieve retinopathie wordt gekenmerkt door een abnormale vaatformatie (angiogenese=neovascularisatie), welke op het glasvochtoppervlakte van de retina verschijnt en kan uitgroeien in de glasvochtruimte waar het intra-oculaire bloedingen kan veroorzaken. Fibreus weefsel, wat aan de bloedvaten trekt, resulteert in retinale loslating. Neovascularisatie kan ook in het anterieure segment van het oog in de iris verschijnen, hetgeen resulteert in neovasculaire membraamgroei in de hoek van het oog in de perifere rand van de iris, hetgeen leidt tot een neovasculair glaucoom. Zichtverlies met proliferatieve retinopathie kan ernstig zijn.

 

Symptomen

Omdat vroege detectie belangrijk is, zouden alle patiënten met diabetes mellitus een jaarlijks ophthalmologisch onderzoek moeten hebben. Zwangere patiënten met diabetes mellitus dienen elk trimester onderzicht te worden. Visusklachten zijn geïndiceerd voor verwijzing naar een ophthalmoloog. De diagnose wordt gebaseerd op de klinische verschijning bij het oogonderzoek. Fluorescentie-angiografie wordt gebruikt om de omvang van de schade te bepalen, om een behandelingsplan te ontwikkelen en om de resultaten van de behandeling te monitoren (follow-up).

  • Non-proliferatieve retinopathie
    Visusklachten zijn zeldzaam in de vroege stadia. Bij vorderende retinopathie, kan macula-oedeem leiden tot verminderde gezichtsscherpte. In een later stadia kunnen cystische veranderingen van chronische macula-oedeem en macula-ischemie door capillaire occlusie zich ontwikkelen. De eerste tekens zijn veneuze dilatatie en kleine rode stipjes (capillaire micro-aneurysmata) die bij fundoscopie in de posterieure retinapool worden gezien. Late signalen zijn de stippen en vlekken van retinale bloedingen, harde exudaten en "cotton wool spots" (zachte exudaten). "Cotton wool spots" zijn gebieden van micro-infarcten, die leiden tot retinale ondoorschijnendheid. Ze hebben een vage rand, zijn wit en vervagen de onderliggende bloedvaten. Harde exudaten zijn discreet, geel en over het algemeen dieper dan de retinale vaten en zijn manifestaties van chronisch oedeem. Macula-oedeem kan worden gezien met een spleetlamp biomicroscoop als een verhoging en rimpeling van de retinale lagen.
  • Proliferatieve retinopathie
    Symptomen zijn onder meer wazig zien, zwarte vlekken en lichtflitsen in het gezichtsveld. Glasvochtbloedingen of retinale loslating kan verschijnen, hetgeen leidt tot een plotselinge verergering van het gezichtsverlies. Proliferatieve retinopathie wordt gediagnosticeerd wanneer fijne preretinale capillairen worden gezien in de nervus opticus of het retina-oppervlak. Retinale bloedingen kunnen zich ontwikkelen in de glasvochtruimte wanneer de abnormale vaten beschadigd zijn. In extreme gevallen kan retinaloslating (ablatie) ontstaan met witte preretinale membramen over het retina-oppervlak, vooral over de grote retinale vaten. Loslating en contractie van het glasvocht dragen bij aan de retinaloslating door het trekken aan de anterieure retina van de aanhechting van de grote vaten.

 

Behandeling

Controle van diabetes en de bloeddruk is belangrijk. Intensieve controle van de bloedglucosespiegel kan retinopathie voorkomen, maar ook de progressie vertragen. Non-proliferatieve diabetische retinopathie wordt behandeld met lokale lasercoagulatie, wanneer er klinisch significante macula-oedeem ontwikkelt. Meer uitgebreide panretina lasercoagulatie kan worden toegepast, indien de non-proliferatieve retinopathie ernstiger wordt. Intravitreale of perioculaire injectie met corticosteroïden wint aan populariteit als een methode voor behandeling van ernstige macula-oedeem en kan zorgen voor een betere visuele vooruitgang. De prognose van proliferatieve retinopathie is slecht met ernstige retinale ischemie, uitgebreide neovascularisatie en uitgebreide preretinale fibreuze weefselformatie. Met de uitzondering van glachtvochtbloedingen en retinaloslating, wordt het verloren zicht zelden beter. Panretina lasercoagulatie kan proliferatieve retinopathie en neovascularisatie verminderen of wegnemen en het risico op neovasculaire glaucoom verminderen. Vitrectomie kan nuttig zijn bij glasvochtbloedingen.


Bron

  1. L.D. Bores. Refractive Eye Surgery 2nd Edition 2000. Wiley-Blackwell.
  2. D.Y. Kunimoto, K.D. Kanitkar, M.Makar, M,A. Friedberg. The Wills Eye Manual: Office and Emergency Room Diagnosis and Treatment of Eye Disease 4th Edition 2000.Lippincott Williams & Wilkins.
  3. D.J. Spalton, R.A. Hitchings, P. Hunter. Atlas of Clinical Ophthalmology 3rd Edtion 2004. Mosby.
Laatste update: 16-09-2011