Home > Ziektebeelden > Oncologie > Dermatologie >

Basaalcelcarcinoom

Inleiding

Het basaalcelcarcinoom (BCC) is de meest voorkomende vorm van kanker. Het betreft een lokaal invasieve maligne huidtumor met langzame groei. Alhoewel de tumor zelden metastaseert (geschat op 0,03%), kent het een hoge morbiditeit door infiltratie in en destructie van aangrenzende weefsels. Diepe infiltratie komt vooral voor bij lokalisatie in de embryonale splijtlijnen in het gelaat, de zogenaamde 'H-zone', die zich uitstrekt vanaf het gebied rondom de oren naar het jukbeen tot het voorhoofd en rondom de ogen tot over de neus naar de bovenlip. Door de weliswaar langzame maar gestage groei kan de tumor de diepte ingroeien en zichzelf een weg banen door ander weefsel heen met ernstige gevolgen, zoals botdestructie en ingroei in vitale weefsels zoals ogen en meningen.

Daar het BCC in Nederland niet is opgenomen in de landelijke kankerregistratie, ontbreken exacte cijfers over de incidentie. In 2005 werden in de PALGA-database 25.000 nieuwe BCC's geregistreerd. Omdat verondersteld mag worden dat bij nogal wat BCC's geen histologie wordt verricht is de daadwerkelijke incidentie waarschijnlijk beduidend hoger. De incidentie stijgt in de westerse wereld met 4% per jaar [PALGA-registratie, nog niet gepubliceerd]. De belangrijkste risicofactor is cumulatieve blootstelling aan ultraviolet licht. Van de behandelend arts mag in het kader van preventie dan ook worden verwacht dat advies wordt gegeven over overmatige blootstelling aan zonlicht. Andere risicofactoren zijn genetische predispositie, hoge leeftijd, immuungecompromitteerde patiënten en huidtype (BCC komt vooral voor bij type I en II huid).

Er zijn voor de behandeling van het BCC vele technieken beschikbaar. In deze richtlijn wordt een voorstel gedaan aan de hand van de beschikbare literatuur en een voorkeur in de gewenste behandelingsmodaliteiten aangegeven.

 

Diagnose

De diagnose basaalcelcarcinoom wordt bij klinische verdenking voorafgaand aan de behandeling gesteld door middel van een biopt. Bij patiënten met vele BCC's kan van deze regel worden afgeweken. Histologisch onderzoek heeft niet alleen tot doel het bevestigen of uitsluiten van de diagnose, maar ook het bepalen van de groeiwijze. Bij de chirurgische behandeling wordt histologisch onderzoek gedaan om te bepalen of de snijvlakken tumorvrij zijn. Door de grote verscheidenheid aan plaveiselcellige differentiatie en adnex-differentiatie die kan optreden in een basaalcelcarcinoom, zijn er door de jaren heen talrijke histologische subtypen beschreven. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld het heldercellige, het adenoïde, het gepigmenteerde, het cysteuze en het infundibulocysteuze type. Hoewel het voor pathologen zeker belangrijk is deze histologische kenmerken op te merken, vooral met het oog op het maken van de juiste histologische differentiaal diagnose, is het gebruik van deze subtypen voor de behandelende artsen vaak eerder verwarrend dan verhelderend. Met het oog op de groeiwijze van de tumor (en dus niet op de differentiatie die gezien wordt) zijn er vier subtypen van het basaalcelcarcinoom te onderscheiden:

  • Het compacte basaalcelcarcinoom, ook wel solide of nodulair genoemd. Er zijn grote nesten met duidelijke begrenzing naar het omgevende niet-aangedane weefsel. De stromareactie is vaak beperkt.
  • Het superficiële basaalcelcarcinoom, zeer oppervlakkige nesten, vaak multifocaal.
  • Het sprieterige basaalcelcarcinoom, kleine strengetjes van basaloïde cellen omgeven door desmoplastisch stroma, de begrenzing naar het omgevende weefsel is vaak onscherp.
  • Het micronodulaire basaalcelcarcinoom, groeiend in kleine, fraai afgeronde nesten elk ongeveer ter grootte van de bulb van een haarfollikel.

Opgemerkt moet worden dat basaalcelcarcinoom een combinatie van groeiwijzen kunnen vertonen, de laesie wordt dan benoemd naar de meest ongunstige groeiwijze en ook als zodanig behandeld. Zowel van het sprieterige als van het micronodulaire type is bekend dat het gedrag agressiever is dan van een compact of superficieel basaalcelcarcinoom.

 

Richtlijn Basaalcelcarcinoom
Chirurgische excisie Curretage en coagulatie
Moh's microchirurgie Medicamenteuze therapie
Radiotherapie Follow-up
Cryochirurgie Leidraad tot keuze van een behandeling
Fotodynamische therapie Referenties

Bron

www.oncoline.nl

Laatste update: 3-08-2011