Home > Ziektebeelden > Traumatologie > Algemeen >

Gipsbehandeling van fracturen

Gerelateerde onderwerpen

Specifiek:

Inleiding

Aan de extremiteiten worden in principe alleen circulaire gipsverbanden aangelegd. Alleen ter hoogte van de metacarpalia en de phalanges kan van een spalk (enveloppe) gebruik gemaakt worden.

Voorbereiding

  • Gipsverband
  • Waterbad, lauw water ca. 18-20° Celcius. Ten gevolge van de exotherme reactie bij het nat maken van het gips wordt de temperatuur ca. 15° Celcius verhoogd!
  • Synthetische watten
  • Zonodig gaaskompres
  • Huid reinigen
  • Wanneer een wond aanwezig is, (na wondverzorging) afdekken met steriel gaas en fixeren met de synthetische watten (geen circulair wondverband en geen gebruik van pleister)  

 

Uitvoering circulair gipsverband

  • Watteren. Er wordt één laag synthetische watten om de extremiteit gerold onder lichte tractie. Op specifieke plaatsen waar de kans op een drukplek verhoogd is (radiuskopje, fibulakopje enz.) wordt één extra laag watten aangebracht.
  • Alvorens de gipszwachtel aan te brengen wordt een plastic slang in de lengte richting op de watten gelegd. Dit is om het openknippen van het gips bij het verwijderen te vergemakkelijken.
  • Dan wordt de gipszwachtel schuin ondergedompeld en nadat de lucht uit de zwachtel verdwenen is licht uitgeknepen en vervolgens aangebracht. Denk aan het end-to-end ritme. Aan de uiteinden legt men een paar slagen extra.
  • Modeleren van het gipsverband alleen met de vlakke hand, geen vingers in het gips.
  • Bij gereponeerde fracturen dient men op de juiste plaatsen druk uit te oefenen om redislocatie te voorkomen: zgn. driepunt principe.
  • Na het uitharden wordt de plastic slang onder het gips vandaan getrokken.
  • Het is als regel niet nodig het circulaire gipsverband hierna te splijten.
  • Wordt hiertoe toch besloten onder bepaalde omstandigheden dan wordt na splijting een zwachtel om het gipsverband gewikkeld.
  • Aan patiënt of begeleider gipsfolder uitleggen en meegeven.

 

Soorten gips

1. circulair bovenbeengips (CBBG)

  • 1 rol van 12 cm breed en 3 á 4 rollen van 20 cm breed
  • Kniegewricht in 10° flexie, voet in beginsel in neutrale stand, 0°.


2. circulair onderbeengips (COBG)

  • 2 rollen van 20 cm breed.
  • Voet altijd in neutrale positie, 0°.


3. circulair bovenarmgips (CBAG)

  • Benodigd 3 rollen van 12 cm breed
  • Elleboog in 90°, pols in 20° dorsiflexie en rotatie onderarm aanpassen aan fraktuurniveau: proximale derde in supinatie, middelste derde neutraal en distale derde in pronatie.
  • Bij een fractura antebrachii, die conservatief behandeld wordt moet men het gipsverband platdrukken tijdens het uitharden, zodat de ulna en radius uit elkaar worden gedrukt.
     

4. circulair onderarmgips (COAG)

  • Benodigd 1 á 1,5 rol van 12 cm breed
  • Het gips lichtjes plat drukken, juist proximaal van de pols, de tijdens de uithardingfase, zodat de hand breed blijft en de fractuur minder kans krijgt te redisloceren.
  • Het gips wordt distaal aangelegd tot halverwege de metacarpalia (zodat de kopjes van de metacarpalia vrij blijven en aan de palmaire zijde het gips niet reikt voorbij de dwarse huidplooi in de handpalm, het metacarpale I blijft volledig vrij.
  • Na repositie van een Colles fractuur immobilisatie van de pols in 5° palmaire flexie en 10° ulnair abductie, dus géén extreme standen.
     

5. U-spalk

  • Voor immobilisatie van letsel van de metacarpalia en falangen wordt bij voorkeur een U-spalk aangelegd. De hand wordt daarbij als volgt geïmmobiliseerd: pols 20-30° dorsiflexie, mcp-gewrichten 90° flexie, interfalangeaal gewrichten 0° .
  • Tussen de te immobiliseren vingers wordt een gaasje aangebracht
  • Dan wordt een gipsspalk bestaande uit 8 lagen, op maat voorbereid (zonodig in vorm geknipt).
  • Onderdompelen en uitknijpen en aanmodelleren van de spalk op één laag watten. De spalk wordt nu op de hand gelegd in vorm gebracht en vastgezet met een smalle zwachtel, uitharden van het gips in de bovenbeschreven stand.

 

Wat moet je niet doen

  • Blijven rommelen aan de repositie tijdens het hard worden. Goed is goed!
  • Overvloedig gebruik van synthetische watten zodat redislocatie kan optreden. 1 laag is sufficient om drukplekken te voorkomen vermits goed gegipst.Gipsverband niet te dik en en derhalve te zwaar aanleggen.
  • Druk je vingertoppen niet in het gips (drukplekken).
  • Niet onnodig veel gewrichten immobiliseren (bijv. immobilisatie van MCP-gewrichten bij een distale radiusfractuur).

 

Pijn en pijnbestrijding

  • Gipsimmobilisatie werkt analgetisch. Tevens analgetica: Paracetamol 1 g 4 x dgs en Voltaren 50 mg 3 x dgs.
  • Bij aanhoudende pijn, ondanks adequate analgetica (vraag wat patiënt daadwerkelijk slikt!): GIPS AF EN KIJKEN! De patiënt heeft altijd gelijk!
  • Controle op circulatie, sensibiliteit en motoriek, cave compartiment syndroom! Bij enige twijfel kan de patiënt gedurende korte tijd poliklinisch worden geobserveerd.

 

Gipscontrole

Het routinematig de volgende dag controleren van verse fracturen na het aanleggen van gipsverbanden is niet zinvol (zowel zonder als met repositie). Goede uitleg en instructie van patiënt of begeleider volstaat vrijwel altijd. In uitzonderingsgeval wel zelf controleren. Vervolg afspraak afhankelijk van letsel en behandelingsconcept.


Bron

  1. Letsels van het steun/ en bewegingsapparaat. 1ste editie. Van der Werken 2000.
  2. Het protocol letsels van het steun- en bewegingingsapparaat. Traumaregio Oost UMCN Radboud 2006.
  3. Wheeless CR. Wheeless' Textbook of Orthopaedics 2007.
Laatste update: 28-10-2011