Home > Ziektebeelden > Oncologie > Urologie >

Prostaatcarcinoom

Inleiding

Prostaatcarcinoom is, naast longcarcinoom, de meest voorkomende kanker bij mannen. Het prostaatcarcinoom heeft in Nederland een incidentie van ongeveer 95 op de 100.000 mannen per jaar. Dit betekent dat in Nederland jaarlijks meer dan 7900 nieuwe patiënten met prostaatcarcinoom worden gediagnosticeerd. Opvallend is de toename van het incidentiecijfer van prostaatcarcinoom in het begin van de jaren negentig. De toename tussen 1989 en 1994 bedroeg ongeveer 40%. Daarna volgde een stabilisatie van het incidentiecijfer op een hoog niveau, maar in 2003 is het incidentiecijfer opnieuw met 6% gestegen. De meest voorkomende vorm is het adenocarcinoom, uitgaande van de klierbuisjes. Vooral de diagnose van een gelokaliseerd prostaatcarcinoom wordt steeds vaker gesteld. Dit gaat samen met een daling van de gemiddelde leeftijd waarop de ziekte wordt vastgesteld. Een en ander wordt in verband gebracht met het op steeds ruimere schaal toepassen van onderzoek naar de prostaatspecifieke merkstof 'prostaat specifiek antigeen' (PSA), waarmee vroege stadia van prostaatcarcinoom kunnen worden opgespoord. Er is dus waarschijnlijk nauwelijks sprake geweest van een reële stijging van de incidentie. De sterfte ten gevolge van prostaatcarcinoom daalde vanaf de tweede helft van de jaren '90. De laatste jaren is vooruitgang geboekt bij de detectie en de behandeling van prostaatcarcinoom, dat kan verklaren dat de sterfte aan prostaatcarcinoom een dalende trend vertoont.

Vanaf het veertigste jaar neemt de incidentie per leeftijdscategorie geleidelijk toe. Op hoge leeftijd komt het prostaatcarcinoom zeer frequent voor. Op basis van vergrijzing en groei van de bevolking is de verwachting dat het aantal mannen bij wie prostaatcarcinoom wordt geconstateerd in de periode 2000-2020 zal toenemen met circa 64%.

Richtlijn Prostaatcarcinoom

Bron

www.oncoline.nl

Laatste update: 16-09-2011