Gerelateerde onderwerpen
Mechanisme
Indirect geweld door geforceerde eversie/exorotatie. Komt voornamelijk voor bij jonge, actieve mensen.
Classificatie
De 2 meest gebruikte classificaties zijn die volgens Weber en Lauge-Hansen. De Weber is gebaseerd op de hoogte van de fibulafractuur ten opzichte van de syndesmose, terwijl de Lauge-Hanse het mechanisme verklaart. Weber A, B en C zijn essentieel dezelfde als respectievelijk Lauge-Hansen SA, SE en PE .
Lauge-Hansen classificatie |
|||||||||
De classificatie informeert over het traumamechanisme. Anamnestisch wordt bepaald hoed de stand van de voet was ten tijde van het trauma (in supinatie of pronatie) en welke beweging er is gemaakt (eversie of adductie). Hieruit kan men distilleren welke ossale en ligamentaire structuren er wellicht gelaedeerd zijn, hetgeen directe consequenties heeft voor de behandeling. Er zijn 5 typen LH-fracturen (supinatie-adductie (SA), pronatie-abductie (PA), supinatie-eversie (SE), pronatie-eversie (PE) en pronatie-dorsiflexie (PD)). De eerste naam geeft de stand van de voet weer op het moment van het trauma, terwijl de tweede naam de krachtwerking weergeeft. |
|||||||||
Supinatie-Eversie (SE) / Supination-External Rotation (SER) |
|||||||||
Komt overeen met Weber B (50-60% van alle enkelfracturen). In de Nederlandse literatuur wordt meestal de term supinatie-eversie (SE) gebruikt, terwijl de Angelsaksische literatuur de originele benaming hanteert ie. supination-external rotation (SER). Betreft meest voorkomend mechanisme. De krachtwerking en dus de breuklijn, begint aan de voorzijde van de enkel, roteert vervolgens (anterieur) rond de enkel naar lateraal en draait achter de enkel langs om te eindigen aan de mediale zijde.
|
|||||||||
Pronatie-Eversie (PE) / Pronation-External Rotation (PER) |
|||||||||
Komt overeen met Weber C (20% van alle enkelfrcturen). In de Nederlandse literatuur wordt meestal de term pronatie-eversie (SE) gebruikt, terwijl de Angelsaksische literatuur de originele benaming hanteert ie. pronation-external rotation (PER). Analoog aan het SE-mechanisme, roteert de krachtwerking om de enkel, echter de krachtinwerking, en dus de schade, begint aan de mediale zijde, draait voorlangs de enkel naar lateraal en eindigt aan de achterzijde.
|
|||||||||
Supinatie-Adductie (SA) - (20-25%) = Weber A |
|||||||||
SA 1 |
fractuur van malleolus lateralis distaal van de vorkbanden en/of ruptuur van ligamentum tibiofibularis ant./post.. |
||||||||
SA 2 |
SA 1 + oblique fractuur van de malleolus medialis. |
||||||||
Pronatie-Abductie (PA) - 5% |
|||||||||
PA 1 |
fractuur van de malleolus medialis of ruptuur van het ligamentum deltoïdeum. |
||||||||
PA 2 |
PA 1 + ruptuur achterste vorkband (ligamentum tibiofibularis posterior) èn de voorste vorkband (ligamentum tibiofibularis anterior), al-dan-niet met Tillaux-Chaputfractuur en/of Fort-Wagstaffefractuur. |
||||||||
PA 3 |
PA 2 + oblique fractuur van de malleolus lateralis proximaal van de vorkbanden. |
||||||||
Pronatie-Dorsiflexie (PD) |
|||||||||
PD 1 |
fractuur van de malleolus medialis of ruptuur van het ligamentum deltoïdeum |
||||||||
PD 2 |
PA 1 + ruptuur voorste vorkband (ligamentum tibiofibularis anterior) |
||||||||
PD 3 |
PA 2 + transversale fractuur van de malleolus lateralis proximaal van de vorkbanden |
||||||||
PD 4 |
PA 3 + fractuur van de distale tibia (Pilon tibiale). |
Diagnose
-
Lichamelijk onderzoek
Lokaal haematoom, abnormale beweeglijkheid, asdrukpijn, patiënt kan er niet op staan.
- Röntgenonderzoek (Mortise view)
Indien de Ottawa Ankle Rules worden gehanteerd, worden 47% minder foto’s gemaakt. Deze kosten- en stralingsreductie resulteert in slechts 1% van de patiënten in gemiste fracturen (omdat er geen foto is gemaakt). Dit is acceptabel!
Ottawa Ankle Rules
Maak een X-enkel indien:
- patiënt de voet niet kon en kan belasten (vraag en observeer of hij/zij 4 stappen kan lopen), of
- drukpijn posterior van of op de tip van laterale malleolus (palpeer distale 6 cm van fibula), of
- drukpijn posterior van of op de tip van mediale malleolus (palpeer distale 6 cm van mediale malleolus).
Behandeling
Conservatief |
|
Ongedisloceerde fracturen dwz. geen enkelvorkverbreding dwz <2 mm afwijking in dwarse richting en niet meer dan 1 mm fibulaverkorting. De enkelvork mag niet verbreed zijn en het oppervlak van het malleolus tertiusfragment mag niet meer dan 1/3 van het gewrichtsoppervlak zijn bedragen. Alhoewel er scholen zijn (Van der Werken), die vinden dat het loont om laagdrempeliger de tertius te fixeren. |
|
Weber A |
1 week onderbeenachterspalk en 4 weken tape. |
Weber B |
1 week onderbeenachterspalk, 5 weken circulair onderbeenloopgips. |
Een geïsoleerde mediale malleolus fractuur zonder dislokatie, behandelen zoals een Weber B. |
|
Operatief |
|
|
|
Nabehandeling |
|
|
Operatieverslag
Laterale malleolus: plaatosteosynthese
Mediale malleoulus: Zuggurtungfixatie.
Rugligging met knie in flexie zodat de voetzool op tafel leunt. Spinaal of anaesthesie, Kefzol 2 gram IV propylaxis 1 uur pre-operatief. Altijd lateraal beginnen, want na laterale repositie en fixatie, reponeert de mediale malleolus meestal spontaan, waarbij de enkelvork congruent is! Indien dit niet het geval is, moet de gewrichtspleet aan de mediale zijde geëxploreerd worden, want dan zal er weefsel geïnterponeerd zitten.
- Laterale malleolus: Ter hoogte van laterale malleolus lengte-incisie en S-vormig achter malleolus langs. Fractuurhaard a vue brengen (let op iatrogene weke delenschade: don’t harm any further). Verwijderen interponaat met tandartshaakje, spoelen. Periosteum met rasp wegduwen zodat aan beide fractuurdelen 2 mm van het bot vrijligt van periosteum. Repositie met Weberklemmen en fixeren met een ….-gats Drittelrohrplaat, die laterodorsaal van de fibula wordt bevestigd (altijd minimaal 2 gaten proximaal van fractuur vullen met bicorticale schroeven en 2 gaten distaal van fractuur (spongiosa of bicorticaalschroeven; treksschroef doorheen fractuurhaar bij schuine fractuur). Onder doorlichting wordt de stand gecheckt. De enkelvork staat mooi congruent. Derhalve zal ik de mediale gewrichtsspleet niet exploreren. Sluiten huid met doorlopend Ethylon 3.0 over redondrain.
- Mediale malleolus: Lengte-incisie over mediale malleolus, waarbij ik voorlangs de mediale malleolus snij. Verwijderen interponaat. Inspectie gewricht is goed mogelijk. Repositie fragment en fixeren met een tweetal evenwijdig lopende K-draden, die middels een Vicryldraad en proximaal schroefje een Zuggurtungspanosteosynthese vervolledigen.
Controle onder doorlichting. Sluiten huid met doorlopend Ethylon 3.0 over Redonse drain. Nabehandeling: 24 uur drukverband; redonsdrains 24 uur laten zitten, 6 weken onbelast functioneel.
Complicaties
- Persisterende zwelling en verminderde dorsaalflexie: Leg aan de patiënt uit dat enkeltraumata (distorsie & fracturen) gepaard gaan met langdurige intermitterende zwelling, zeurende pijnklachten en dysfunctie. Dit kan maanden tot 1 jaar aanhouden.
- Arthrose van het bovenste spronggewricht (arthrodese kan oplossing bieden).
- Chronische pijnklachten (arthrodese kan oplossing bieden).
Bron
- Letsels van het steun- en bewegingsapparaat. 1ste editie. Van der Werken 2000.
- Rockwood fracture in Adults. 5de editie. Buchholz en Heckman 2001.
- Het protocol letsels van het steun- en bewegingingsapparaat. Traumaregio Oost UMCN Radboud 2006.
- Wheeless CR. Wheeless' Textbook of Orthopaedics 2007.