Home > Ziektebeelden > Traumatologie > Armen > Onderarm

Antebrachiumfractuur

Mechanisme

Direct inwerkende kracht op de onderarm door val of stoot.

 

Diagnose

Pijn, zwelling, abnormale stand en functio laesa.
X-onderarm (AP en lateraal).

 

Behandeling

Onbloedige repositie lukt vaak niet dwz dat er niet vaak een anatomisch stand bereikt wordt. Indien geen anatomische stand bereikt wordt en er toch voor een conservatief beleid wordt gekozen, bestaat er grote kans op pro- en suppinatieproblemen in de toekomst.


Conservatief

 

Indicatie

indien na repositie anatomische stand wordt bereikt, of als er > 50% contact is tussen beide fractuurstukken zonder angulatie.

Behandeling

  • Proximale 1/3: repositie, gespleten bovenarmsgips in supinatiestand.
  • Middenste 1/3: repositie, gespleten bovenarmsgips in middenstand.
  • Distale 1/3 deel: repositie, gespleten bovenarmsgips in pronatiestand.

Nabehandeling

poli na 1 week met gipswissel naar CBAG (+ foto).
poli 3 weken met gipswissel naar COAG (+ foto)
en vervolgens nog 3 weken uitbehandelen met COAG .


Operatie

 

Indicatie 1

  1. na repositie > 50% schachtbreedte verplaatsing van de ulna en radius;
  2. multitrauma;
  3. meerdere fracturen aan dezelfde arm;
  4. instabiele fracturen (schuin)
  5. Gaustillo III gecompliceerde fracturen

Behandeling 1 (volw.)

Open reductie en 3.5 mm plaatosteosynthese op ulna en radius (zie Operatieverslag: Antebrachiumfractuur ORIF met DCP)

Behandeling 1 (kind)

Titanium Elastic Nails (TEN), zoals Nancynails of Prevotpennen (zie Operatieverslag: Antebrachiumfractuur TEN). Cave: non-union en angulatie!

Nabehandeling 1

6 weken onbelast; bij kinderen VOSM na 6 weken.


Indicatie 2

  • Gustillo IIIb-c
  • ernstig weke delenletsel
  • geïnfecteerde non-union
  • ernstige communitieve fracturen.

Behandeling 2

fixateur externe.

Nabehandeling 2

in een later stadium kan voor een definitieve behandeling gekozen worden.

 

Complicaties

  • Gereduceerde pro- en supinatie tgv acceptatie van een insufficiente repositie.
  • Brugcallus met reductie van pro- en supinatie.
  • Pseudo-arthrose.
  • Error in diagnose (Galeazzi).
  • Sudeckse dystrofie.
  • Laesie nervus ulnaris (mn. bij fracturne in proximale 1/3 van de onderarm).
  • Compartiment syndroom: in de posttraumatisch of postoperatieve fase. Ook na low-velocity gunshot en ander laag-energetisch letsel. Vroege tekenen: paraesthesieën, pijn bij passieve extensie van de vingers. Verdwijnen van pulsaties treedt pas laattijdig op en dan slechts bij 25%. Indien je eraan denkt, dan is er al een ndicatie tot een fasciotomie!

Bron

  1. Letsels van het steun- en bewegingsapparaat. 1ste editie. Van der Werken 2000.
  2. Rockwood fracture in Adults. 5de editie. Buchholz en Heckman 2001.
  3. Het protocol letsels van het steun- en bewegingingsapparaat. Traumaregio Oost UMCN Radboud 2006.
  4. Wheeless CR. Wheeless' Textbook of Orthopaedics 2007.
  5. Wood MB, Berquist TH: The hand and wrist. In: Imaging of Orthopedic Trauma. 1992; 749-870.
Laatste update: 30-01-2014