Home > Ziektebeelden > Traumatologie > Armen > Handwortelbeenderen

Naviculare fractuur (os scaphoideum)

Inleiding

Het os naviculare kan opgesplitst worden in proximale pool, middenpool en distale pool (tuberculum). De prognose en behandeling hangt af van de locatie van de fractuurlijn. Het genezingsproses is namelijk sterk afhankelijk van de vascularisatie  van de fractuurhaard en de stabiliteit van de factuur.

  • De vasculariteit van het os naviculare is niet evenredig verdeeld over het gehele os naviculare. De vascularisatie is het beste thv het de distale pool (tuberculum), want hier wordt de doorbloeding rechtstreeks verzorgd door ramus carpi dorsalis a. radialis. De vascularisatie is het slechtste thv het proximale deel, want de vascularisatie wordt hier slechtst veroorzaakt door diffusie van bloedvaatjes in het periosteum. Een fractuur in de proximale pool geneest derhalve het slechtste en de kans op non-union en avascualire necrose is hier het grootst.
  • Ook de stabiliteit varieert naar gelang de locatie van de fractuur. Fracturen in de distale pool (tuberculum zijn het meest stabiel en in de proximale pool het minst stabiel. Een gap > 1 mm suggereert een instabiele fractuur. Niet-gedisloceerde fracturen met een gap < 1 mm hebben nog een peri-ostale verbinding en moeten als stabiel worden beschouwd en genezen goed met conservatieve therapie. Indien een gap > 1 mm dan is dit suggestief voor een instabiele fractuur. De prognose hiervan hangt af van de locatie. 50% ontwikkelt een non-union. Fracturen van proximale- en middenpool geven grote kans op avasculaire necrose. Het distale 1/3 geneest meestal zonder problemen.

 

Diagnose

Kliniek: Drukpijn ter hoogte van tabatière anatomique oftwel de anatomische snuifdoos.
X-naviculare = naviculare serie = 4 projecties tw. AP, lateraal, AP in neutrale stand en 3/4). Indien er geen fractuur zichtbaar is op de initiële naviculare-serie op de SEH, maar wel klinische verdenking is (pijn tabatière anatomique), dan durante 10 dagen behandelen als een naviculare fractuur en na 10 dagen bij opnieuw naviculare serie maken. Bij twijfel kan MRI of CT uitkomst bieden .

Scaphoidfractuur Scaphoidfractuur Scaphoidfractuur Scaphoidfractuur Scaphoidfractuur 

 

Behandeling


Conservatief

 

Indicatie 1

bij klinische verdenking naviculare fractuur (pijn tabatiere anatomique), maar nog geen evidente fractuur op X-naviculare-serie te zien.

Behandeling 1

navicularegips durante 10 dagen.

Nabehandeling 1

poli chirurgie 10 dagen met X-naviculare-series.
a) indien dan nog geen factuur te zien is, dan is er geen factuur: einde behandeling.
b) indien er nu wel een factuur tevoorschijn komt, dan behandel je durante 5 weken verder met navicularegips.


Indicatie 2

bewezen factuur van de distale pool (tuberculum) van os scaphoideum.

Behandeling 2

navicularegips durante 6 weken.

Nabehandeling 2

poli na 1 week (X-nav.-serie) en 6 weken (X-nav.-serie). Indien geen adequate consolidatie, laagdrempelig een tweede periode met 6 weken immobiliseren!


Indicatie 3

bewezen factuur van de proximale of middenste pool van os scaphoideum.

Behandeling 3

navicularegips durante 8-12 weken (slechtere vascularisatie ivm. distale pool: zie inleiding).

Nabehandeling 3

poli na 8 weken met x-nav.serie: bij twijfel over consolidatie, immobilisatie verlengen.


Operatie

 

Indicatie

1) forse dislocatie.
2) pseudo-arthrose.

Behandeling

  1. ORIF (spongiosatrekschroef evt. met spongiosaplastiek).
  2. K-draadfixatie.
  3. Matti-Russe plastiek bij pseudo-arthrose.

Nabehandeling

Bij ORIF: poli chirurgie na 1 week (foto) en 6 weken (foto). Ip. geen VOSM. 6 weken onbelast. Fysiotherapie mn. bij ouderen.

 

Complicaties

  • Pseudo-arthrose: Er is sprake van pseudo-arthrose (röntgenologisch sclerotische lijnen thv oude fractuurlijn) indien er geen tekens van vorderende consolidatie te zien zijn op 3 foto’s (met tussenpauze van 1 maand) 6 maanden na het trauma.
  • Avascuclaire necrose.
  • Carpale instabiliteit bij een scapho-lunaire dissociatie van > 3 mm.
  • Arthrose van de pols.
  • Sudeckse dystrofie.

Bron

  1. Letsels van het steun- en bewegingsapparaat. 1ste editie. Van der Werken 2000.
  2. Rockwood fracture in Adults. 5de editie. Buchholz en Heckman 2001.
  3. Het protocol letsels van het steun- en bewegingingsapparaat. Traumaregio Oost UMCN Radboud 2006.
  4. Wheeless CR. Wheeless' Textbook of Orthopaedics 2007.
  5. Wood MB, Berquist TH: The hand and wrist. In: Imaging of Orthopedic Trauma. 1992; 749-870.
Laatste update: 30-01-2014